maandag 25 maart 2013

Wij.

Breekbaar en broos beweegt ze zich voort, rug gebukt onder pijn, verdriet en ziekte. Haar schuifelende voeten laten een onzichtbaar spoor achter. Ik prent elke voetstap bij me in, angstig dat ik haar manier  van lopen zal vergeten. Een onzichtbare bries van wanhoop doet haar haren wapperen en dooft het stervende licht in mijn hart. De dikke muur van stilte verfraaid met honderden, duizenden en miljoenen lege woorden, verstikt me. Voelt zij ook aan dat de oneindige hoeveelheid zuurstof langzaam maar zeker uitgeput geraakt? Jammer dat zuurstof doet leven en hoop daarentegen niet. Ze fronst haar wenkbrauwen, knijpt haar ogen dicht en spant haar kaakspieren. Even, heel eventjes maar, lijkt de onverbiddelijke tijd stil te staan, niet verder te tikken. Mijn hart slaat een slag over als ik zie dat er iets glinstert op haar bleke huid. Een zoute oplossing van water en lijden. Haar stille kreet om hulp gaat verloren in de oneindige afstand tussen ons.


Ons.

Zij en ik.

Ik en zij.

Zij.

Ik.

Wanneer ze haar ogen opent, doet ze haar best om de oude fonkeling in haar ogen na te bootsen. Ze valt door de mand. Ze valt door haar knieën op de grond. Kruipend overbrug ik de afstand. Ik neem haar hand vast en luister naar het kletteren van de tranen. En net zoals zij deed, neem ik haar vast, omhels ik haar. En net zoals zij vaak deed, wrijf ik over haar rug, sus ik haar schokkende schouders en troost ik haar. En net zoals zij altijd deed, spreek ik haar moed in, verbied ik het haar op te geven en vertel ik haar dat ze vertrouwen moet hebben, dat ze sterk moet zijn. Sterk voor mij, maar dat zeg ik geluidloos. Hoopvol snikt ze het uit en heel even voel ik me eeuwenoud.

Zij. Ik. Ik en zij. Zij en ik.

Wij.

Groetjes,
Madeliefje

woensdag 20 maart 2013

Leven.


Geen ellenlange teksten. Geen ellenlange bedenkingen.
Slechts een tekst, die een goede vriendin van me heeft laten lezen. Onbedoeld heeft ze me al mijn bedenkingen, overpeinzingen, gedachten en mijn inwendig 'struggels' gepresenteerd. Het is niet geschreven door haar, maar wel heeft ze het op het juiste moment laten zien. 

Bedankt.


“Was ich habe, will ich nicht verlieren, aber
Wo ich bin, will ich nicht bleiben, aber
Die ich liebe, will ich nicht verlassen, aber
Die ich kenne, will ich nicht mehr sehen, aber
Wo ich lebe, da will ich nicht sterben, aber
Wo ich sterbe, da will ich nicht hin:
Bleiben will ich, wo ich nie gewesen bin.”


"Wat ik heb, wil ik niet verliezen
Maar waar ik ben, wil ik niet blijven,
Diegenen die ik lief heb, wil ik niet verlaten
Maar die ik ken, wil ik niet meer zien,
Waar ik leef , wil ik niet sterven, 
Maar waar ik wil sterven, daar wil ik niet heen:
Ik wil blijven, waar ik nog nooit geweest ben."

 Thomas Brasch: Lied, 1977


Groetjes, 
Madeliefje

vrijdag 15 maart 2013

Geweldige dagen.


We verliezen allemaal wel eens iets. Je kent die momenten wel, dat je nog maar 5 minuutjes tijd hebt en je het hele huis overhoop haalt, tot grote ergernis van je moeder die de belichaming van “als blikken konden doden” wordt. Dan als er nog twee minuutjes overblijven word je dan maar lichtjes hysterisch. Je weet wel, dat je net niet op je hoofd begint te slaan in de hoop dat je het je dan misschien zou herinneren. Op dat moment blijft er nog maar één optie over: het loslaten en gewoon hopen dat je het straks terugvindt. Maar ergens kan je autistische kantje dat niet aan, dus begin je iedereen de schuld te geven dat ze eens eindelijk van je spullen moeten blijven. Ondertussen heb je nog maar een halve minuut over en besef je, tot je grote schaamte, dat je die sleutel , jas of portemonnee gewoon vast had. Als iemand je dan vraagt waar het lag, mompel je iets onbetekenends en ga je gauw de deur uit. En natuurlijk vergeet je dat ene dingetje binnenin en mis je toch die trein. Oh zulke dagen, zijn geweldige dagen. Je weet wel, dat je dan zweert dat je dag verpest is en dat je zogenaamd heel de dag slecht gehumeurd zou blijven. Geweldige dagen.

We verliezen allemaal wel eens wat. Maar wat als het dingen zijn die je nooit echt hebt gehad. Zoals een droom, een wens, hoop. Dat het ineens weg is, kwijt is, kapot is, verloren is. Die momenten dat je zweert om nooit meer te dromen, te wensen, te hopen. Enkel en alleen omdat je bang bent om het weer te verliezen, om jezelf weer te verliezen, om weer een stukje van je hart te vernietigen. Bang om de verbittering die zich langzaam maar zeker heeft verankerd nog meer groeiplek te geven. Angstig om het verdriet dat steeds meer gevoed wordt. De momenten waarop je het allemaal ziet en voelt wegglippen. Het ergste van al is dat je meestal niet moedig genoeg bent. Niet dapper genoeg bent. Niet sterk genoeg bent. Om het gewoon toe te geven. Geweldige dagen. Echt, geweldige dagen.

We verliezen allemaal wel eens iets.
 Een broer.
Een ouder.
Een vriendin.
Een kind.
En we denken dat we het ergens anders zullen terugvinden, het terug zullen voelen.
Geweldige dagen.
Geweldig.

Liefs,
Madeliefje