dinsdag 14 mei 2013

De krankzinnigheid van de maand juni: Deel I.


Nu de maand juni begint te naderen, voel ik een lichte verandering in de lucht, het is heel subtiel, maar als je er goed op let dan is het voelbaar. Dat wat eerst mijlenver weg leek, begint nu te naderen. En elke dag die voorbij gaat, ontgaat niemand, zelfs de ouders worden thuis zenuwachtig en het gelach begint lichtjes gestoord te klinken wanneer het woord “examen” valt. De boeken die je eerst had genegeerd, beginnen – geef het maar toe – je verwijtend aan te staren als je hen sluipend op je sokken voorbij loopt. Ligt het nu aan u? Of lijken ze dikker dan je eerst had gedacht?  Er zijn ook signalen weet je, daarom, beste lezer, neem ik je nu mee naar de wonderlijke wereld van de student burgerlijk ingenieur-architect en de verschrikkingen die ze doorstaan tijdens de maand juni. Hierbij wil ik de bouwkundigen vragen om de discussie over het woord “burgerlijk ingenieur” voor het woord architect achterwege te laten. (Eerlijk gezegd zou ik het liefst “houdabakkes” willen zeggen, maar ik vrees dat zulke onbeschaafdheden niet getolereerd kunnen worden in mijn blog. Schroom niet om de uitdrukking te gebruiken buiten de muren van deze website.)

Hoewel het op het eerste zicht kalm en ontspannen lijkt in de natuurlijke habitat van de ingenieur-architecten, het atelier, is iedereen oplettend. De zwarte markt van verzamelde examenvragen, opgeloste oefeningen en begeerde notities is namelijk geopend en iedereen is erop gebrand om zoveel mogelijk te bemachtigen. Wie deze probeert te verbergen en voor zichzelf te houden, wordt voor eeuwig gebanned en aan de schandpaal genageld (figuurlijk natuurlijk). Ik raad je wel niet aan om te koop te staan met deze gewilde objecten want de kans is groot dat je omver wordt gelopen door een verwilderde meute wanhopige studenten die griezelig vriendelijk, aardig en sociaal worden in jouw bijzijn.

Opmerkelijk is dat er ook wilde indianenverhalen beginnen te circuleren waarin professoren transformeren in tirannen, feeksen en tovenaars, vuurspugend bijvragen stellen en je genadeloos en bulderend van het lachen buizen. De assistenten die zich normaliter in de grijze zone begeven, worden nu ook vermeden en achterdochtig in het oog gehouden.

Naast het feit dat er gekopieerd wordt alsof er levens van afhangen, begint er een lichte concurrentie op te komen in hoeveel er al gestudeerd is geweest. Studenten die graag paniek willen zaaien, laten korte zinnen vallen als “Oh, ik heb alles al gestudeerd” of “Ach, daar heb je maar tien dagen voor nodig hoor” en wandelen zelfvoldaan weg. Dan heb je nog anderen die glashard liegen en zweren dat ze nog niets hebben gedaan terwijl ze in hun vuistje lachen als ze zien dat iemand het gelooft en gerustgesteld kan ademen. Sommigen veranderen dan weer in statistiekenbureaus die mensen shockeren met de slaagkansen van vakken en gemiddelden van  bladzijden per vak.


Sterkte.

Groetjes,
Madeliefje.