donderdag 5 november 2015

Het wrak.


En terwijl ik daar stond op het dek van mijn zinkend schip, had ik nog eventjes de tijd om te mijmeren. Terwijl het water binnen gutste en ik al nattigheid  voelde, nam ik toch eventjes de tijd om na te denken.
Over de diepte van de zee, de bodem die plots zo dichtbij leek. Over de kleur van het water, slechts een arme weerspiegeling van de lucht. Over de wilde wateren, stormen, golven die ik overleefd had op dat ene schip. Slechts een wrak gemaakt van hout en spijkers, maar toch sterker dan menig landrot dacht. Dan menig man of vrouw dacht.

En het deed pijn. Het raakte het diepste van mijn weggeteerde hart.
En zo brak de tijd aan om te beslissen.
Om te kiezen tussen het verorberd te worden door het water, te zinken naar de bodem van de zee en samen met het hout weg te rotten.
Of het zwemmen. Zwemmen en trappelen. En misschien daarna gewoon het drijven. Doelloos aan de oppervlakte. Met mijn gezicht gekeerd naar het blauwe van de lucht.

Eenzaam als het leek, besefte ik plots dat de kapitein van een zinkend schip, beter was dan één zonder.
Het gaf me moed.
Al was het slechts een druppel in een oneindige oceaan.

Liefs,
Madeliefje.