zaterdag 20 april 2013

Stilte.


Onlangs had ik mijn trein gemist, dus had ik het in mijn bol gekregen om koffie te kopen waar ik achteraf dikke spijt van had. Ik vind koffie zelfs niet lekker, maar ik dacht misschien valt het wel mee als ik er één koop met een smaakje aan. Niet dus. Terwijl ik een beetje armer zuinige slokjes nam en de gedachte probeerde te negeren dat ik beter thee had gekocht, had ik me ergens geïnstalleerd en keek ik rond. Best grappig om te zien hoe sommigen voorbij komen razen met een koffertje dat hen nauwelijks kan volgen, of hoe sommigen er plezier in scheppen om in de weg te lopen met hun geslenter, ik verdenk ze ervan wraak te nemen op mensen die er in geslaagd zijn om wel op tijd te komen. Dan heb je nog de razende pendelaar die in alle dramatiek een krant verfrommeld bij het horen van een zoveelste vertraging die op één of andere manier uit het niets lijkt te zijn gekomen. Terwijl ik rondkeek, viel het me op hoe het in al deze drukte best stil was. Ken je dat? Dat het rumoerig is, maar tegelijkertijd ook best stil, dat alles naar de achtergrond verdwijnt. In alle stilte bestelden mensen wafeltjes, omhelsden vader en dochter elkaar, begroetten moeder en zoon elkaar, streden daklozen een stille strijd voor de beste plekjes, uit de tocht. Die stiltes vind ik het leukst. De stiltes die uit het niets verbroken worden door het lawaai, net alsof iemand die volumeknop weer heeft aangezet.

De stiltes die in het oog gehouden moeten worden, zijn degene binnenin. Niet de vredige, verveelde of vrome stiltes. Neen, ik bedoel degene die zelfs geen zuchtje wind in zich hebben, zelfs geen zeldzaam dwarrelend krakend blaadje. Gewoon helemaal niets. 

Groetjes,
Madeliefje.