woensdag 12 februari 2014

Onderweg.


Ik heb er altijd al graag eentje gewild, maar hij vond het maar stom en eerlijk gezegd maar een geldverspilling. Het was geen discussie waard, dus zweeg ik erover, er waren wel belangrijkere dingen in het leven. Tot hij op een dag voor de deur stond en claxoneerde, ik haastte me naar buiten, bang dat er wat was gebeurd. En daar stond hij dan grijnzend, in een oud opgeknapt busje, de volkswagen die ik altijd al gewild had. Het ging me niet zozeer om de wagen zelf, maar gewoon het feit dat hij het niet vergeten was. Ik keek met mijn mond vol tanden in zijn ogen en hij wenkte met zijn handen.
"Geen zin om een ritje te maken?"
"Waar gaan we dan naar toe?"
"We zien wel, stap in en vertrouw me nu maar."
"Maar hoe weet ik dan welke richting ik uit moet?"
"Vertrouwen lief. Kom nu maar gewoon" en hij gooide de sleutels naar me toe. De koffers lagen al in het busje en hij had zelfs inkopen gedaan, het zou een lange reis worden. Ik besefte dat ik afscheid zou moeten nemen van "thuis", dapper probeerde ik er niet aan te denken en nam ik zijn hand vast.
"Hier gaan we dan"
"Hier gaan we dan", herhaalde hij me glimlachend.
En we vertrokken, trokken de wijde wereld in en dachten alles aan te kunnen. We hadden wel een bepaalde eindstemming gekozen, dat was trouwens de voornaamste reden waarom we überhaupt getrouwd waren. Maar...gaandeweg verloren we oog voor die bestemming en er kwam ruzie. Een akelige stilte hing in die wagen en enkel het gezoem van de banden was hoorbaar. Ik zat nog steeds achter het stuur, hij verbrak zelden zijn beloftes, ja een man van zijn woord, dat was hij zeker. Ik probeerde een blik te vangen langs mijn ooghoeken, maar hij keek koppig de andere kant uit. Misschien was ik te ver gegaan, was ik een tikkeltje eigenwijs geweest, had ik moeten stoppen toen hij het me vroeg, maar ik had gelijk! Ik beet op mijn lip, straks zou ik weer iets stoms zeggen. Versuft keek ik voor me uit en besefte ik dat ik te ver was gegaan. De tranen stonden me in de ogen en voor ik "sorry" had gezegd, keek die me aan.
"Kijk uit, je concentreert je niet genoeg op de weg", zei hij zacht
"Ik doe mijn best"
"Ik zou met je mee moeten kijken. Samen letten op de weg.."
Ik knikte: "Gaan we er dan wel ooit komen?"
"Geduld hebben lief."
"Maar we zijn nu al zo lang van huis"
"En daarom is er geen weg terug.."
"Maar komen we er dan ooit wel?"
"We zijn onderweg, dat is het belangrijkste"
Ik glimlachte toen hij in een poging tot zijn trots te redden de andere kant uitkeek. Maakt niet uit, we waren immers onderweg, de horizon tegemoet, de toekomst tegemoet..

Ja, dat is wel hoe ik erover denk, nu ik dit stukje fantasie van mezelf zoveel jaren later lees. Zolang ik maar onderweg ben, toch?

We kennen allemaal het mid-life crisis moment die sommigen onder ons al begin de 20 krijgen waarbij we totaal niet weten hoe het nu verder moet. De jaren gaan voorbij, maar waar sta je nu? Wat zijn je doelstellingen? En al die gekke dromen van duizend jaar geleden, heb je die nu verwezenlijkt en in alle eerlijkheid met jezelf, wil je die nog wel verwezenlijken? Soms word ik gek van deze vele vragen die komen opborrelen uit één of andere duistere bron ergens in je hart en probeer ik het allemaal nuchter te bekijken, voor zover dat dat gaat voor een drama-queen als ik. Ik zet dan alles op een rijtje op een zeldzaam helder, maar vooral nuchter moment zonder te veel emoties en bedenk me dan: ik ben onderweg. Ik zie wel waar ik kom en ik moet er gewoon vertrouwen in hebben. Begrijp me niet verkeerd, je moet niet wegkwijnen in een hoekje van je zetel, ingedoffeld in dat warme dekentje van je, en dan verwachten dat alles wel goed komt en je op een vliegend tapijt de toekomt tegemoet kunt vliegen. Je moet ervoor werken, maar andere dingen, die komen wel.

Wat zal komen, zal komen hoor ik mezelf nog meezingen met één of ander deuntje dat ik had gehoord op National Geographic in een ver verleden.
Pff vroeger. Nee Madeliefje, dat is een tekst apart.
Voor nu wil ik gewoon zeggen, zoals de puurdere en naïevere versie van mezelf zoveel jaar geleden zou zeggen:

"We zijn onderweg, dat is het belangrijkste"

Groetjes,
Madeliefje