vrijdag 16 augustus 2013

Verandering.


Wat was er veel veranderd, ik werd er stil van. Jongetjes vol kattenkwaad werkten tegenwoordig moederziel alleen op verre wateren en zeeën ver weg van alles en iedereen, kleine meisjes die de steegjes en paadjes sierden met hun gekir en gelach waren jonge moeders met minzame glimlachjes en keiharde lasten en.. dat oneindige groen was volgebouwd met gigantische mistroostige paleizen leeg en mysterieus gedurende het hele jaar. 

Wat was er veel veranderd, ik kon het niet geloven. Terwijl de tranen over mijn gezicht liepen, keek ik naar het stompje dat was overgebleven, de dode bladeren bijna weggerot, de missende schaduw van wat ooit zo aanwezig was en nu genadeloos omgekapt was.

Wat was er veel veranderd, ik werd er onrustig van. Hij stelde me gerust, toen zijn broze handen de mijne raakten, toen zijn krakende stem mij eeuwenoude verhalen vertelde, toen zijn ogen mij toelachten, toen zijn schuifelende voeten mij naderden, toen zijn aanwezigheid mijn hart verruimde. En terwijl hij vermoeid knikkebolde, droomde ik met hem mee over de dagen waarop ik mijn grootste avonturen beleefde in elke kamer, in elke hoek en in elke boom.

Wat was er veel veranderd, ik werd er bang van. Hij herkende me niet meer. Angst omklemde mijn hart. Maar angst voor verandering, helpt niet, het hoort er nu eenmaal bij. Dus prentte ik dat laatste beeld in, luisterde ik met gesloten ogen naar zijn krakende stem, kuste ik zijn broze handen en nam ik voor een laatste keer afscheid.

Groetjes,
Madeliefje.

maandag 12 augustus 2013

Ik weet het.


Zachtjes klopte ik op haar rug, terwijl ze haar gezicht tegen mijn schouder had gedrukt. Mijn andere arm had ik om haar heen geslagen, in een halve mislukte omhelzing. Ik zuchtte.

Dat vreselijke moment waarop de fabeltjes, versjes en kinderlijke liedjes zo leeg en ongeloofwaardig klinken. Het moment waarop “er was eens” verandert in “er bestaat geen” en “ze leefden nog lang en gelukkig” in “we zien wel”. Het moment waarop je ziet dat al dat sprankelende elfenstof  gewoon neerslag is, ongrijpbaar maar voelbaar tot diep in je hart en ziel.

Dat vreselijke afscheid van geliefden, vrienden en gelijkgestemden niet omdat je het wil, maar omdat het niet anders kan. Niet omdat je wil loslaten, maar omdat het tijd is. Niet omdat je er klaar voor bent, maar omdat het moet. Het afscheid waarbij je achtergelaten wordt met enkele vage herinneringen en bekruipend gevoel van eenzaamheid en een klein beetje wanhoop. Niet te veel.

Dat vreselijke gewicht dat op je drukt. Op de meest onverwachte momenten, zomaar uit het niets. Ontzettend hard op je hart. Op je longen. Op je keel. En soms, heel soms op je schouders en knieën. Zo hard dat je erdoor bezwijkt. De vreselijke pijn en dat keiharde geluid van beenderen tegen steen.

Ik zuchtte nogmaals.


“Ik weet het. Ouder worden is niet gemakkelijk. Ik weet het.”

Groetjes, 
Madeliefje.