“Doe het licht uit hé”
Riep ik
haar achterna, terwijl ze zuchtend deed wat ik vroeg. Doe het licht uit zodat
het licht me niet wakker houdt, zodat het de schimmen, spoken en vervaagde
dromen niet verjaagt. Doe het licht uit en laat me alleen met onuitgesproken
woorden, gesprekken en geschillen. Zodat ik alleen kan zijn met mijn
hersenspinsels en verzachte littekens die af en toe kunnen prikken. Zodat ik
mijn ogen kan dicht doen zonder dat het onnatuurlijk lijkt.
Doe het
licht uit, zodat ik mijn geheugen kan uitdagen om bekende plaatsen in scene te
zetten. Zodat ik oude herinneringen kan ophalen zonder dat iemand vraagt naar
de glinstering in mijn gesloten ogen. Zodat ik oude anekdotes kan herbeleven,
afstoffen en verzinnen. Zodat ik de duisternis kan bestuderen, de tinten kan
indelen en de drukkende stilte kan verweren en pareren. Doe het licht uit zodat
ik alleen kan zijn met mezelf, mijn geheimen en onderdrukte wensen.
Zodat ik ongerust kan zijn, kan nadenken over de tijd. Zodat ik vandaag kan overpeinzen. Zodat ik gisteren kan verhalen. Zodat ik mijn eigen ademhaling egocentrisch kan beluisteren, met de vraag of morgen ooit zal komen. Het hoeft niet, moet niet, maar doe het licht toch maar uit.
Zodat ik ongerust kan zijn, kan nadenken over de tijd. Zodat ik vandaag kan overpeinzen. Zodat ik gisteren kan verhalen. Zodat ik mijn eigen ademhaling egocentrisch kan beluisteren, met de vraag of morgen ooit zal komen. Het hoeft niet, moet niet, maar doe het licht toch maar uit.
Groetjes,
Madeliefje
Geen opmerkingen:
Een reactie posten